Op mijn twaalfde zette ik mijn eerste stappen in de boksschool. Eerst omdat ik letterlijk wilde vechten, maar vooral omdat ik houvast zocht. Daar ontdekte ik iets dat belangrijker was dan de sport zelf: mijn straatmentaliteit, gecombineerd met discipline en drive, kon me vooruit helpen.
Het gaf me richting, focus en een manier om mijn kracht positief in te zetten. Iets waarvan ik nooit had gedacht dat het bestond.
Bestaan betekende voor mij negatieve energie leren omzetten. Rust vinden. Thuiskomen bij mezelf.
Ervoor zorgen dat het kind in mij, dat altijd op zoek was naar veiligheid, eindelijk ademruimte kreeg. En zo begreep ik langzaamaan: ik mag er zijn.